Trio en baroque

In de achttiende eeuw trokken vele Vlaamse ambachtslieden, handelaars, schilders, maar ook musici naar Parijs, het toenmalige commerciële en artistieke centrum van Europa. Zo ook Hébert Leemans (1741-1771), een Brugse componist. Leemans gaf een belangrijke impuls aan de vroege Franse symfonische stijl, maar schreef ook aria's en kamermuziek. Een van die kamermuziekwerken is het 'Trio in do groot’ (1767).

Ook andere componisten uit de Lage Landen lieten zich inspireren door de Franse barok. Pieter Joseph van den Bosch (1736-1803) werd in 1765 organist van de O.L.V.-kathedraal in Antwerpen. In de voetsporen van componisten als Jean-Philip Rameau en Louis-Gabriel Guillemain schreef hij ‘Quatre sonates pour Ie clavecin, avec un violon et basse ad libitum’. Dit soort werken voor klavecimbel met begeleiding van een melodie-instrument en/of bas waren zeer populair in de Franse muziekwereld van de tweede helft van de achttiende eeuw en zou ook componisten als Mozart inspireren in zijn vroege sonates.

Het Ryelandt Trio brengt deze Vlaamse werken voor het eerst in 250 jaar terug in de spotlight. Daarnaast plaatsen ze de werken in een muzikaal en historisch perspectief door ze te koppelen aan buitenlandse tijdgenoten zoals Joseph Bodin de Boismortier, Louis-Gabriel Guillemain en Johann Kirnberger.

Van en door: Pieter-Jan Verhoyen (klavecimbel) | Jeroen De Beer (viool) | Pieter-Jan De Smet (cello) | Rebecca De Cavel (beeld)